De paarden leven als kudde in een weiland. In dit weiland bevinden zich voerplekken, drinkplekken, schuilplek en een track waar de paarden naar de verschillende ruimtes kunnen bewegen. De paarden lopen de hele dag in de frisse lucht en kunnen net zoals in de natuur dus veel bewegen. Door deze vorm van paarden houden komen koliek en stereotype gedragingen zoals weven en lucht-zuigen nauwelijks meer voor en zijn de paarden in hun natuurlijke balans. 

De paarden worden zo natuurlijk mogelijk gehouden en staan hier dus dag en nacht het gehele jaar door buiten(ze hebben het echt niet koud in de winter). Paarden zijn namelijk van nature gewend om in weer en wind te staan en kunnen zo nodig schuilen.